Geul en putten rond Marker Wadden effectieve opvangplek voor overtollig slib

Een aangelegde slibgeul en diepe putten rond Marker Wadden blijken volgens de eerste metingen een effectieve opvangplek voor overtollig slib in het Markermeer. Dat is op 1 juli bekendgemaakt op het congres van het Kennis- en Innovatieprogramma Marker Wadden. De opvang van slib uit het meer is een mooie stap op weg naar verbetering van de ecologische waterkwaliteit.

Door de scheiding van Markermeer en IJmeer blijft het van nature al aanwezige slib gevangen in het meer. Planten en dieren hebben het hier moeilijk. De aanleg van Marker Wadden heeft mede als doel de hoeveelheid opgewerveld slib en troebelheid in het meer te verminderen. Hoewel uit metingen over de afgelopen 10 jaar geen duidelijke verandering van slibconcentraties en troebelheid in Markermeer blijkt, zien de onderzoekers wél duidelijk effecten bij Marker Wadden. Slib slaat neer in de aangelegde slibgeul, in de zandwinputten bij Marker Wadden en in de luwte van de eilanden. Ook rondom de eilanden lijkt de hoeveelheid opgewerveld slib af te nemen.

Sliblaag

Het afgelopen jaar is de sliblaag in de slibgeul 20 tot 50 centimeter dikker geworden. In de diepe putten is de sliblaag op plekken zelfs met een meter aangegroeid. Onderzoeker Thijs van Kessel: ‘Inclusief de aanslibbing in de luwte rondom de eilanden van Marker Wadden schatten we dat er afgelopen jaar circa 200.000 ton slib is neergeslagen. Daarmee is ongeveer evenveel slib neergeslagen, als er gemiddeld in het hele Markermeer rondzweeft. Dit betekent dat Marker Wadden de slibbalans van het meer wezenlijk beïnvloedt en zo een dempend effect heeft op de troebelheid.’ [tekst loopt door onder afbeelding]

markerwadden tekening met geul en put

Marker Wadden met aan de westzijde de slibvanggeul en zandwinput

Vegetatie

Op dit moment zien de onderzoekers een toename van de vegetatie tussen de eilanden. Naar verwachting leidt een toename van de onderwatervegetatie tussen de eilanden tot het versneld neerslaan van slib. Buiten de eilanden wordt het snel te diep voor plantengroei. Onderzoekers troffen daar eerder al wel op grotere diepte ‘matten’ van zwavelbacteriën aan. Het effect daarvan op de invang van slib wordt door momenteel nog verder onderzocht.

Voorspellingen

De voorlopige resultaten van de aangroei van de sliblaag komen overeen met wat vooraf voorspeld was door het slibmodel van de onderzoekers. Het model voorspelt ook dat de slibconcentratie rondom Marker Wadden zal afnemen. Door de sterke variatie van de troebelheid door wind en golven is het nog te vroeg om dit op basis van de huidige meetreeks te bevestigen. Daarom lopen deze metingen volgens planning nog langer door.

KIMA

In het Kennis- en Innovatieprogramma Marker Wadden (KIMA) onderzoeken Rijkswaterstaat, Natuurmonumenten, Deltares en EcoShape hoe het ecosysteem van Marker Wadden zich ontwikkelt. Dit programma heeft als doel kennis te genereren en te presenteren over bouwen met slib, zandige keringen, ecologie en governance.