Nieuws

De ijs- en sneeuwperiode begin februari 2021 leverde mooie beelden op.

Vogels hebben Marker Wadden in korte tijd massaal weten te vinden en een grote populatie visdieven broedt op de eilanden. Maar is er wel genoeg vis te vinden rondom Marker Wadden en zijn de omstandigheden voor de vissen wel gunstig? En als de visstand achter blijft, waar halen de vogels dan hun voedsel? Dat zijn vragen waar onderzoekers Joep van Leeuw (WUR) en Casper van Leeuwen (NIOO-KNAW) het antwoord op hopen te vinden.

Voor een gezond ecosysteem is een goede basis van de voedselketen cruciaal. In het Markermeer is de primaire productie, zoals algen en bacteriën, soms slecht beschikbaar voor mosselen en watervlooien. Vissen en vogels hoger in voedselketen zijn juist van deze voedselbronnenuctie afhankelijk. Hoe het kan dat voedsel moeilijk zijn weg omhoog vindt, is nog onduidelijk. “We willen graag inzicht krijgen in hoe het voedselweb werkt, zodat je hier in de toekomst ook op kan sturen”, vertelt Ruurd Noordhuis, onderzoeker waterkwaliteit bij Deltares.

De bulldozers waren nog niet weg, of de eerste vogels begonnen al te broeden op de eilanden. Zo waren er al bijna 2.000 broedparen visdieven in 2017. Maar vestigt de visdief, een belangrijke pioniersoort, zich ook permanent op de nieuwe aangelegde eilanden en brengen ze ook genoeg jongen voort? Ja, zo lijkt op te maken uit de meetreeks tot nu toe en ook andere belangrijke pioniersoorten doen het goed.

Hoe kun je een stabiel drasland aanleggen met slib, dat bovendien weinig onderhoud vraagt? Dat is de kern van het onderzoek in de slibproefvakken op Marker Wadden. In de drie proefvakken wordt sinds eind 2019 in kaart gebracht wat het effect is van de samenstelling van het slib, peilbeheer en vegetatie op de zetting. Het derde proefvak is vorige winter als laatste bijgevuld met slib uit de omgeving.