Nieuwsarchief
Het Markermeer kent vooral veel harde oevers, bijvoorbeeld in de vorm van dijken met stapels stenen ervoor. Bijzonder aan Marker Wadden is dat deze harde oevers er bijna geheel ontbreken. De geleidelijke overgangen tussen water en land op de eilanden, zijn gunstig voor de biodiversiteit en de waterkwaliteit. De eilanden zijn aangelegd met slib en zand en dat is iets waar wereldwijd nog weinig ervaring mee is. Het onderzoeksthema ‘Bouwen met Slib’ is erop gericht om hier zoveel mogelijk kennis over op te doen. Wat zijn de belangrijkste lessen tot nu toe?
De natuur op Marker Wadden is in een mum van tijd tot bloei gekomen. Watervogels zoals de visdief, dwergstern en de kluut weten de eilanden massaal te vinden en broeden er met succes. “Door het voedselrijke slib dat gebruikt is, gingen de eilanden van woest en ledig vrijwel direct naar een enorme primaire productie”, vertelt onderzoeker Joep de Leeuw (Wageningen Marine Research) Dat resulteerde in de snelle groei van waterplanten, een divers bodemleven en veel insecten. Ook zijn inmiddels 24 verschillende vissoorten waargenomen rondom de Marker Wadden (ter vergelijking: op het hele Markermeer zijn 28 soorten waargenomen).
In oktober werd voor het laatst gemeten bij de dunslibcompartimenten. Deze proefvakken vormen een belangrijk Living Lab voor bouwen met slib. De data, die nu in totaal uit vier meetreeksen bestaan, laten zien hoe het aangebrachte materiaal zich over tijd gedraagt. “Het onderzoek geeft inzicht in hoeveel slib nodig is om een stabiel wetland aan te leggen. Deze kennis kunnen we doorvertalen naar een richtlijn voor bouwen met slib.”, legt onderzoeker Thijs van Kessel (Deltares) uit. Het onderzoek richt zich zowel op de kwantiteit en de kwaliteit van het slib. Met de kwantiteit doelt de onderzoeker op de laagdikte van het slib en hoe die zich ontwikkelt over tijd.
KIMA loopt inmiddels drie jaar. Waar kun je beter de balans op maken dan op Marker Wadden zelf? De eilanden waren daarom het decor voor de ecologendag op 1 oktober. Een dag die in het teken stond van de vertaling van kennis uit het onderzoek naar aanbevelingen voor beheer, aanleg en vervolgonderzoek. Ook onderzoekers van de thema’s Bouwen met Slib en Zand en Adaptieve Governance waren uitgenodigd. Een van de opdrachten binnen KIMA is namelijk om de raakvlakken tussen de thema’s te identificeren en uit te diepen.
Het 4e KIMA-congres stond in het teken van reflectie. Niet alleen op wat goed ging de afgelopen jaren, want er was juist veel ruimte om leermomenten op te halen. Dit als belangrijke tussenstap voor het syntheserapport, dat volgend jaar wordt opgeleverd. De deelnemers waren vooral nieuwsgierig naar de onderzoeksresultaten en wat deze vertellen over het toekomstig beheer van Marker Wadden.